India en zijn armen
Wat doet India voor zijn armen?
Er bestaat in India wel degelijk een overheidsprogramma voor de armen en voor de laagste kasten. Een rode kaart geeft armen recht op meel, suiker, rijst en daal. Een groene kaart geeft recht op brandstof om te koken. Overheidsscholen bieden tot en met klas 8 gratis onderwijs, boeken en uniformen.
Voor de allerarmsten zijn beurzen beschikbaar voor klas 9 – 12. Studenten die slagen voor klas 10 krijgen een laptop. Meisjes die klas 12 halen, krijgen een bonus van Rs. 20.000 (ruim € 300). De universiteiten vragen extra laag collegegeld en hebben een soepeler toelatingsbeleid voor de allerarmsten.
Daarnaast ontvangen arme families een bijdrage voor medische behandelingen en staan allerlei financiële diensten voor hen open, zoals spaarrekeningen, leningen, verzekeringen en een pensioen (€ 75 per jaar!).
Waarom zijn stichtingen als de onze dan toch nodig?
Vooral omdat de onderwijskwaliteit van de overheidsscholen nog zeer te wensen overlaat: vaak is er maar één onderwijzer voor 100 kinderen. Verder ontbreekt het meestal aan de meest basale onderwijsmaterialen.
Stichting Benares Schoolfonds is overtuigd van het belang van goede scholing om aan armoede en uitzichtloosheid te ontkomen. Daarom zetten wij ons werk voort zolang het openbaar onderwijs in India onvoldoende kwaliteit biedt en privéscholen voor de allerarmsten onbetaalbaar blijven.
Recht op onderwijs
In 2010 heeft het Indiase parlement een wet aangenomen die ieder kind vanaf 6 jaar recht op onderwijs geeft. Dat betekent veel, al maakt de wet in de praktijk weinig verschil. Hopelijk betekent het op de lange termijn dat scholen als de onze overheidssteun gaan krijgen en dat ook de allerarmsten van overheidswege hooggekwalificeerd onderwijs krijgen. Onderwijs kan nu in elk geval geëist worden, en dat is al heel wat. Nu nog goed onderwijs.